
Photo credits:
Burgemeester sluit woning na drugsactie, maar krijgt ongelijk: sluiting was onevenredig
Op 16 juli 2025 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat de burgemeester van Delft ten onrechte een woning heeft gesloten na een politieactie waarbij drugs werden aangetroffen. De bewoner had geen enkele betrokkenheid bij de drugs en kon niet verweten worden dat hij op de hoogte had moeten zijn. De sluiting was daarom onevenredig.
Wat was er gebeurd?
Op 26 januari 2023 observeerde de politie drie personen die een woning in Delft in- en uitgingen. Bij het verlaten van de woning bleken zij drugs en attributen bij zich te hebben, waaronder een doos met bijna 3 kilo hasj, bigshoppers met kenmerkende stickers, en contant geld – in één geval zelfs € 35.215. Eén van deze personen was de vriendin van de zoon van de bewoner.
De politie doorzocht de woning en vond restanten van hennep en verpakkingsmateriaal met verwijzingen naar cannabis. Op basis van deze bevindingen sloot de burgemeester de woning op grond van artikel 13b Opiumwet voor drie maanden.
Waarom maakte de bewoner bezwaar?
De bewoner zelf, [appellant], gaf aan dat hij niet thuis was tijdens het incident – hij verbleef elders – en dat hij geen betrokkenheid had bij de drugs. Het grote geldbedrag dat werd meegenomen door de vriendin van zijn zoon, was volgens hem zijn eigen spaargeld, dat hij thuis bewaarde. Zijn zoon had haar gevraagd het geld weg te brengen om te voorkomen dat het in beslag zou worden genomen. Dat verhaal werd onderbouwd met bankafschriften en een verklaring van de ex-partner van de bewoner.
Hoe oordeelde de Raad van State?
De Afdeling oordeelde dat de burgemeester onvoldoende had gemotiveerd waarom [appellant] een verwijt kon worden gemaakt. Er waren geen eerdere meldingen of signalen dat de woning eerder als drugspand werd gebruikt. Ook bestonden er geen aanknopingspunten dat hij op de hoogte was of kon zijn van de drugsactiviteiten van zijn zoon.
De burgemeester had bovendien moeten meewegen dat de sluiting verstrekkende gevolgen had: de woningcorporatie ontbond buitengerechtelijk de huurovereenkomst, waardoor [appellant] zijn woning verloor. Gelet op het ontbreken van verwijtbaarheid en de ernst van de gevolgen, oordeelde de Raad van State dat de sluiting onevenredig was.
Gevolgen van de uitspraak
De Raad van State vernietigde het besluit van de burgemeester en herzag het primaire besluit tot sluiting van de woning. De gemeente Delft moet daarnaast proceskosten en griffierechten vergoeden, in totaal bijna € 5.400.
Belang voor andere huurders
Deze uitspraak laat zien dat een burgemeester niet automatisch een woning mag sluiten wanneer er drugs worden aangetroffen. Is de bewoner niet betrokken bij de drugs en kon hij daar redelijkerwijs ook geen weet van hebben, dan kan sluiting een te zwaar middel zijn – zeker als het leidt tot woningverlies. Heb je te maken met een dergelijke situatie? Neem contact met ons op en wij kijken of we je kunnen helpen.